Columbarium

Columbarium in het Mausoleum

Het Mausoleum, rechts naast de aula is in 1911 in opdracht van Pieter Kruijff Bartholomeus Zoon gebouwd als familiegraf. Het bestaat uit een grafkapel en een grafkelder. De grafkapel is vierkant en opgetrokken uit beton en bakstenen, voor die tijd bijzonder. Over de gehele kapel bevinden zich symbolen voor de dood; zoals lauwerkransen en palmtakken, in de glas in loodvensters onder andere een olielamp, vlinder, schedel en een zandloper. De grafkelder was te bereiken via een metalen trap.

In 2003 werd het mausoleum opgenomen in het monumentenregister.

In 2006 heeft de familie besloten de 12 kisten uit het mausoleum te verplaatsen naar de hoge grafkelders, waar ook nazaten van de familie begraven waren. Het mausoleum raakte in verval en er was onvoldoende geld om het op te knappen.

Het duurde nog tot 2013 voor er een aanvang werd gemaakt met de restauratie. Er kwam subsidie beschikbaar van de Provincie Zuid-Holland en een bijdrage van de stichting Volkskracht. De restauratie bleek een moeilijk en intensief proces te zijn. Onder begeleiding van de adviseur monumentenrestauratie Norman Langelaan is met prima vaklui het karwei geklaard en staat er nu weer een mooi monument met erin een prachtig columbarium. Over de geschiedenis van het mausoleum en de restauratie is zelfs een boek verschenen door een van de restauratie-architecten, de heer Ad Backx, met de titel: ‘Hoe lang duurde de eeuwigheid’.

De grafkelder is nu dus omgevormd tot een columbarium. Langs de muur zitten ongeveer 100 kastjes geschikt voor 1 of 2 urnen. In de hoeken zijn grotere ruimten gemaakt, waar wel 6 of 8 urnen in kunnen staan. De ruimte wordt verlicht door bijna 8.000 ledlampjes, waardoor een bijzondere sfeer wordt gecreëerd.